Ontdek meer over de bijbelse cultuur, natuur en symboliek

Schrijf je in voor de gratis digitale nieuwsbrief

Meld je aan

Herder (1)

Het woord gespeld (van rechts naar links, zoals gebruikelijk bij oud-oosterse talen): R ר hoofd, persoon; eerst(e) O ע zien, toekijken; ervaren; kennis Het woord voor ‘herder’ heeft een hele sociale betekenis. De R (resh – hoofd, of man) en de O (ajin – oog, kijken; ervaren) vormen het begrip ‘een man die toekijkt’. Dit is precies wat een herder doet: hij houdt zijn kudde in het oog om te zien of alles in orde is. Dit is één van de twee taken van een goede herder (zie ook herder [2]). In de woestijngebieden van het Midden-Oosten vormen de dieren vaak het enige gezelschap van de herder. Het is dan ook een kleine stap naar de andere betekenis van het woord: gezelschap of vriendschap. In de Bijbel komen de woorden רֵעַ en רֵעָה (vriend[in], metgezel) voor. Ze verwijzen naar iemand met wie je graag optrekt. Van het tweede woord is de naam Ruth afgeleid: רְעוּת – ‘vriendin’. In het verhaal van Ruth spelen de begrippen ‘voeden’ en ‘verlangen’ een belangrijke rol. Ruth leert haar schoonfamilie kennen omdat die zich vanwege gebrek aan voedsel in haar land (Moab) vestigt. Later speelt haar verlangen naar de God van Naomi’s volk een grote rol. Thuisgekomen draait een belangrijk deel van het verhaal om ‘voeden’ – de oogst en het oogstfeest op het land van Boaz, de zoon van die andere buitenlandse vrouw, die vanwege haar respect voor God werd opgenomen (Rachab). Wie er voor kiest de God van Israël te volgen, ontvangt een zegen die tot in volgende generaties doorwerkt. Het leven van Ruths achterkleinzoon David (passie of hartstocht, maar ook: geliefde – zie liefde [2]) wordt gekenmerkt door zijn taak als herder van het volk. Ook de bijzondere vriendschap met zijn zwager Jonathan en zijn enorme passie voor God (zie de psalmen […]

Het woord gespeld (van rechts naar links, zoals gebruikelijk bij oud-oosterse talen):

R

ר

hoofd, persoon; eerst(e)

O

ע

zien, toekijken; ervaren; kennis

Het woord voor ‘herder’ heeft een hele sociale betekenis. De R (resh – hoofd, of man) en de O (ajin – oog, kijken; ervaren) vormen het begrip ‘een man die toekijkt’. Dit is precies wat een herder doet: hij houdt zijn kudde in het oog om te zien of alles in orde is. Dit is één van de twee taken van een goede herder (zie ook herder [2]).

In de woestijngebieden van het Midden-Oosten vormen de dieren vaak het enige gezelschap van de herder. Het is dan ook een kleine stap naar de andere betekenis van het woord: gezelschap of vriendschap. In de Bijbel komen de woorden רֵעַ en רֵעָה (vriend[in], metgezel) voor. Ze verwijzen naar iemand met wie je graag optrekt. Van het tweede woord is de naam Ruth afgeleid: רְעוּת – ‘vriendin’.

In het verhaal van Ruth spelen de begrippen ‘voeden’ en ‘verlangen’ een belangrijke rol. Ruth leert haar schoonfamilie kennen omdat die zich vanwege gebrek aan voedsel in haar land (Moab) vestigt. Later speelt haar verlangen naar de God van Naomi’s volk een grote rol.

Thuisgekomen draait een belangrijk deel van het verhaal om ‘voeden’ – de oogst en het oogstfeest op het land van Boaz, de zoon van die andere buitenlandse vrouw, die vanwege haar respect voor God werd opgenomen (Rachab).

Wie er voor kiest de God van Israël te volgen, ontvangt een zegen die tot in volgende generaties doorwerkt. Het leven van Ruths achterkleinzoon David (passie of hartstocht, maar ook: geliefde – zie liefde [2]) wordt gekenmerkt door zijn taak als herder van het volk. Ook de bijzondere vriendschap met zijn zwager Jonathan en zijn enorme passie voor God (zie de psalmen die hij schreef) zijn heel bepalend geweest voor zijn leven.